Stevin, Simon, De Beghinselen der Weegconst, 1586

List of thumbnails

< >
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
9
9
10
10
< >
page |< < of 131 > >|
1 angheuanghen en wort, soo mocht hier de vraegh van t'einde mijns doens sijn, te weten of ick na de ghebruyck van velen, uwe K. M. tot beschermer mijns wercx versouck? Verre van daer, so doch de bescherming ende regiering des Rijcx, niet alleen tot sulcx, maer tottet uytlesen der voorredens an haer eyghentlick gheschreuen, selden eenighe tijdt toelaet: Te meer dat ick van meyning was (wie can sijn vermoeden weerstaen?) soo wel Form als Stof gheen verdedighing te behouuen. Ten is oock niet om met een groote Const, in een grooter spraeck eerst uytghegaen, den grootsten van Europa te vereeren, hoe lijckformich sulcx nochtans de reden soude mueghen wesen.
Waerom dan? Op dat de Weeghconstens * daden streckende tot merckelicke verbetering der Ghemeensaeck, int werck ghebrocht worden, van sulcx als daer ick duer besonder brieuen van v Octroy af versouck.
Waerom sal yemant mueghen segghen, dit niet bestelt duer leegher (naer de ghebruyck) totten Hoochsten vrie toeganck hebbende? Yghelick, om dattet t'onghehoort is, soude vreesen niet alleen met een lacherlick * voorstel te verschijnen, maer selfs oock belacht te worden: Nu op dat der spotters schamp tot ghetuych haerder onwetenheyt strecke, wy hebbent duer t'ghene willen versoucken, dat voor den verstandighen alsulcx ende meerder veruaet. daerafmen wyder en breeder soude connen segghen; Maer want ons einde tot Saken streckt, niet tot Woorden, sullen dese verlatende en die verwachtende, uwe K. M. in alle ootmoedighe eerbieding veel ghelucx wenschen. Uyt Leyden in Oogstmaent des 1586 Iaers.

Text layer

  • Dictionary
  • Places

Text normalization

  • Original
  • Regularized
  • Normalized

Search


  • Exact
  • All forms
  • Fulltext index
  • Morphological index